1.13.2010

Losgeregend

het goot die dag ontzaglijk
ja eigenlijk als nog nooit eerder
sierlijk dwalend water naar haar op het bankje
die kinds verwonderd in de hoogte staarde

wat zij zag greep haar zichtbaar
het vastgeklonken gelaat sprak van verlossing
zat zij losgeregend van alles om haar heen
en aan haar bungelde berusting als een tafelanker

doorweekt was zij razendsnel
tot op de huid puur en rein
liet zij zich welgevallen
deze verschoning

naast haar een plek die mij in alle eerlijkheid deed vragen,
hoe vaak zit ik eigenlijk belangeloos in de regen
en spoel weg?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten