2.10.2010

Ren

houd je hand voor je mond
als je kijkt
en alles valt voor even mee
tussen de bieten en de netels
sluit je ogen als je luistert
naar de verte
waar de kerkklok vijf uur fluistert
ren als het even kan
met me mee
langs weidepaaltjes en groeven
langs de Maas en de boomhut in de bocht en België aan de overkant
gympen zoeven door het gras
langs de rijpe eik
langs geurende hooibalen
en een smeulende oeverbrand
langs het bekladderde zitbankje hoog op de dijk
uitgerust met oude van dagen
met de jaren in lagen
gegroefd en gelaten mompelen ze gedwee
‘o jee rustig knul
spreek niet met je benen
als je hoofd onrustig is…’
sluit je ogen
ruik het stoofvlees braden
je hoort haar nog roepen
‘en vandaag geen minuut te laat…’

Als alen

tussenpoosgewijs ontdek ik jou langzaam zeker
met adempauzes groei eerst jij, dan ik en wij
puntkomma elke eindigende dag vol hoop
het is met horten en stoten dat we tijd stoppen
tastend en wijzend elkaar doen sidderen
als alen
met tranen en tuiten geven we minzaam toe aan elkaar
maar het is met hart en ziel dat we bekennen
niet meer zonder mekaar te kunnen

Mits goed toegepast

Met slechts wat denkwerk kwam het er niet uit.
Gevangen waren ze, deze delen van een geheel.

Als samengebonden riet opgesteld en gerangschikt.
Zonder alfabet of bepaling van tijd en plaats.

Een vonk vermomd als klinker.
Zou zich nu onsterfelijk kunnen maken.

Zoals liefde wel eens kwaadschiks wraak neemt.
En groeiend tot kwaaie bedoeling de boel in lichterlaaie zet.

Het zal zich uiteindelijk uiten als een letter die zich uit een gedachte perst.
Zich van het deel loswrikt als een tiener van zijn wortels.

Zich daarna wringt ergens tussen beter en branie.
En nooit meer ergens voor zwicht.

2.04.2010

Jongheid

Mijn aftakeling verloopt nagenoeg moeiteloos
en hoewel ik weliswaar een overtuigde jongheid pretendeer,
klopt dit niet met het geluid van mijn onwillige knieën.

Moedwillig

Ik ontdoe mijzelf van veel om mij heen,
raak moedwillig kwijt wat zwaar weegt.

Vanaf nu stap ik in de wind die mij brengt
naar een plek waar ik grond niet raak.

Halfoors

Als je dit leest
ben ik er al,
maar van jou nog geen spoor.
Je zei nog dat
vergiffenis een lange reis zal zijn
maar ik luisterde halfoors,
zoals zo vaak de laatste tijd.