Er zijn van die dingen
Die verblinden
En die ik gedachteloos passeer
Net als zij mij
Zich verbergen achter gelaten
Met stilzame oogblikken en zwijgende inademingen
Ze varen langs op adem
Langs tentoonspreidende ramen
Er zijn geen leiders meer
Om te volgen
Door onze betonnen winkelharten
Waar mens met kind en wagen zich doorheen adert
Was ik maar onveranderlijk en tevreden
Was ik maar een merk welgedragen
Op weg uit mijn hart
Samenklontert aan de uitgang
Passen net als blikken verstillen
Wij zijn draagzaam belast vee
Dat niet meer lang kan
Geen opmerkingen:
Een reactie posten